Het is onmogelijk om mastitis helemaal uit te
bannen, maar het is wel mogelijk om het aantal gevallen terug te
dringen. Allereerst is het belangrijk te weten dat mastitis ook voor
komt bij koeien die nog niet ziek zijn, of een vlokje in de melk hebben.
We noemen dat subklinische mastitis; dieren met een celgetal boven de
150.000 (vaarzen) of 250.000 (koeien). Als de koe ziek wordt (hard uier,
koorts) of de melk verandert (vlokje, waterig, bloed, etc.) dan noemen
we het klinische mastitis.
Preventieve maatregelen voor omgevingsgebonden kiemen:
Koegebonden wil zeggen dat de bacteriën voornamelijk op de koe leven. Deze bacteriën worden voornamelijk tijdens het melken overgedragen van geïnfecteerde naar niet-geïnfecteerde koeien via melkstellen/tepelvoeringen, de handen van de melker en via middelen waarmee de spenen worden voorbehandeld (zoals doeken). Ook aanvoer van koeien van andere bedrijven, of bijvoorbeeld uit de opfok kunnen dit soort bacteriën binnenslepen op het bedrijf.
Preventieve maatregelen voor koegebonden kiemen:
Zowel voor bacteriën uit de omgeving, als voor koegebonden kiemen geldt: schoon werken en een schone stal voorkomen infecties!
Over het algemeen geldt: een droge ligplaats, zo goed mogelijk vrij van mest. Ligboxen minimaal tweemaal daags van mest ontdoen en voorzien van voldoende droog strooisel. Eventueel kan dit worden aangevuld met stoffen die de infectiedruk verlagen zoals kalk. De ligboxen moeten ook comfortabel zijn, waardoor dieren niet scheef gaan liggen en zo de box bevuilen. Ook wordt de kans op damslapers zo kleiner. Als de boxen lang genoeg zijn wordt de kans op speenbetrappingen of -beschadigingen kleiner. In het geval van strohokken of potstallen: regelmatig volledig uitmesten en minimaal dagelijks ruim, vers opstrooien. Zieke dieren dienen apart gehuisvest te worden van de gezonde dieren.
Een op het oog schoon ligbed, kan bomvol bacteriën zitten. Het is heel belangrijk dat strooisel zo droog mogelijk is. Bacteriën vermeerderen zich bij voorkeur in vochtige en warme (broei)omstandigheden. Organisch materiaal, zoals zaagsel, stro en vaste fractiemest wordt door bacteriën ook als voedingsbron gebruikt, zeker als daar ook nog wat uitgelekte melk bij komt. De snelste bacterievermeerdering - in volgorde van snelheid - treedt op in vaste fractiemest, stro, hardhoutschilfers, wit zaagsel, papierpulp. Zachte houtsoorten (bijvoorbeeld den en spar) bevatten meer harsachtige stoffen, die de bacteriële vermeerdering enigszins remmen en daardoor geschikter zijn dan hardhout of eik. Voor meer informatie over strooisel kunt u hier klikken.
De stal moet ruim en fris zijn, met een goede ventilatie. Voorkom overbezetting in de stal.
Het melkstel moet altijd schoon zijn, ook de mini-melkers die los in de stal worden gebruikt! Melk hoogcelgetal dieren altijd als laatste en spoel de melkklauw na met heet water (>85 graden). Laat minimaal één keer per jaar een natte meting uitvoeren om te controleren of de melkmachine nog goed staat afgesteld. Dit voorkomt schade aan de spenen. Werk met schone materialen zoals papieren doeken in plaats van natte lapjes. Gebruik liefst één schone doek per koe om het uier droog schoon te maken, alvorens de melkmachine wordt aangesloten. Werk met handschoenen aan. Bezuinig niet op de tepeldip die u na het melken goed rondom alle vier de spenen aanbrengt. Laat koeien tot een half uur na het melken vast staan aan het voerhek. De slotgaten krijgen dan de kans om weer goed te sluiten.
Indien uw koe een hoog celgetal heeft of klinische mastitis, is het van groot belang een bacteriologisch onderzoek te laten uitvoeren, met een antibiogram. Zo weet u precies welke bacteriën op uw bedrijf mastitis veroorzaken én welk antibioticum kan helpen de infectie te bestrijden. Dat kan eenvoudig via de prakijk. U leest er hier alles over: https://dkbo.nl/Melk_onderzoek
Voor vrijwel alle mastitis verwekkers geldt: hoe eerder de behandeling met antibiotica wordt ingezet, hoe groter de kans op genezing. Dit geldt óók voor dieren met een verhoogd celgetal. Die worden vaak pas in de droogstand behandeld, maar gedurende de lactatie behandelen heeft voordelen.
In de droogstand kunnen (beginnende) uierontstekingen goed genezen. Het is dan ook van belang om te weten hoe hoog het celgetal van een koe is, alvorens haar droog te zetten. U mag met antibiotica behandelen indien het celgetal hoger is dan 50.000 (koeien) of 150.000 (vaarzen).
In de droogstand kunnen helaas ook uierontstekingen ontstaan. Het kan zijn dat de koe nog chronisch geïnfecteerd is en de oude infectie weer oplaait, of de koe is in de droogstand besmet geraakt. U kunt dit voorkomen door een teal-sealer te gebruiken zoals Orbeseal.
U leest hier meer over veilig droogzetten: https://dkbo.nl/Veilig_droogzetten