De medicijnkast

Wat mag u WEL hebben:

  • Medicijnen die vermeld staan op het Bedrijfsbehandelplan (BBP), maximaal voor 15% van de koppel.
  • Medicijnen die door de dierenarts voorgeschreven zijn voor een specifiek dier. Hier moet dan ook een visitebrief bij zijn waar dit dier en de therapie op genoemd worden.
  • Medicijnen die niet over de houdbaarheidsdatum (na aanprikken) heen zijn.

 


Wat mag u NIET hebben:

  • Medicijnen die niet op het BBP vermeld staan.
  • Medicijnen die over datum zijn.
  • Medicijnen die over de aanprikdatum zijn. Bv er staat een flesje depocilline dat houdbaar is tot 10-2030 en dit flesje is aangeprikt op 1 april? Dan mag u dit flesje in juni niet meer hebben/gebruiken omdat het na aanprikken nog maar 4 weken houdbaar is. Hoe lang een medicijn houdbaar is na aanprikken verschilt per middel, dit staat vermeld op het flesje, het doosje of de bijsluiter.

Andere aandachtspunten:

  • U mag bij een aandoening alleen maar spuiten wat op het behandelplan vermeld staat. Heeft u bijvoorbeeld een kalf met longontsteking dan mag u geen Amphoprim spuiten maar bent u verplicht om Nuflor te gebruiken.
  • Medicijnresten die u niet meer kan of mag gebruiken zijn officieel chemisch afval en kunt u bij de gemeente of bij ons inleveren.
  • De administratie moet altijd bijgewerkt worden, als u een koe behandeld maar ook als u medicijnen weg doet. In het laatste geval volstaat een regel met de datum, het medicijn en de hoeveelheid met de reden van afvoer, bijvoorbeeld ”over datum, weggedaan”.

rsz_1rsz_medicijnkast_veehouder

Ten slottebutton contact

Ook middelen zonder wachttijd moeten worden opgeschreven!

Denk hierbij aan melkziekte infusen of vitaminen. De stelregel is dat als op de verpakking een RegNL nummer vermeld staat, het in de diergeneesmiddelenregistratie meegenomen moet worden.

Mocht u uw BBP niet meer kunnen vinden of is de datum daarop vermeld langer geleden dan 13 maanden, neemt u dan even contact met de praktijk.