Wij passen de "halfbedekte"methode toe. Dit doen we zowel bij het staande paard als het liggende dier. Indien het paard braaf is en niet te klein laten we het dier staan. Wel krijgen ze een injectie waarvan ze suf worden en de pijngevoeligheid afneemt. Indien het dier erg klein is, bijvoorbeeld een shetlander, of niet stil wil staan dan leggen we het paard neer. Hiervoor gaan ze onder narcose.
Om de operatie veilig en goed te laten verlopen voor zowel hengst als dierenarts zijn er een paar voorwaarden. De omgeving waar de operatie plaatsvindt moet ruim, licht en schoon zijn. Als het weer het toe laat, bij voorkeur in de lente, is in de buitenlucht castreren een goede optie. Op stal kan wel maar dan liefst op een rustig moment. Dwarrelend stof van opstrooien of voeren moet bijvoorbeeld voorkomen worden. Daarnaast moet de hengst een correcte gevaccineerd zijn tegen tetanus.
Om de hierna beschreven methoden van castratie goed te kunnen begrijpen, is enige kennis van de anatomie (de bouw) noodzakelijk. Een testikel bestaat in feite uit de eigenlijke zaad- of teelbal (G), waarin de zaadcellen en het testosteron gemaakt worden, en uit de bijbal (F),
waarin de zaadcellen opgeslagen worden en verder rijpen. Bij het
ongeboren veulen worden de testikels gevormd in de buikholte. Vlak voor
of kort na de geboorte zakken ze door het lieskanaal en komen ze in de
lies te liggen, waar op dat moment nog geen duidelijk scrotum (de balzak) (D)
aanwezig is. Het scrotum ontwikkelt zich in het eerste levensjaar. Het
bestaat uit twee aparte helften, waarin de testikels verder afzakken. De
ruimte in het scrotum, waarin de testikels zich bevinden, is eigenlijk
een uitbreiding van de buikholte; beide staan met elkaar in open
verbinding via het lieskanaal. In het scrotum zijn de testikels omgeven
door een uitstulping van het buikvlies (A), de zogenaamde tunica vaginalis (E), die door onderhuids bindweefsel direct verbonden is met de huid van het scrotum.
Uit de bijbal komt de zaadleider welke, samen met de bloedvaten van de testikel, de
zaadstreng vormt. De zaadstreng loopt omhoog, door het lieskanaal, de buikholte
in. In het bekken mondt de zaadbuis uit in het begin van de urinebuis,
die verder doorloopt in de penis.
Omdat goed afgedaalde testikels in een uitbreiding van
de buikholte liggen, wordt bij het verwijderen van de testikels in
feite dus de buikholte geopend. Dit is een belangrijk gegeven. De
castratie is niet zomaar even het wegnemen van de beide ballen. Het is
een serieuze operatie, die zorgvuldig en precies moet worden uitgevoerd
om complicaties te voorkomen. Sommige complicaties kunnen ernstige
gevolgen hebben. Onderschat de ingreep daarom nooit!
Wanneer het uitzakken van één of
beide testikels niet goed verloopt, ontstaat
een klophengst. De testikel(s) ligt/liggen dan nog in het lieskanaal of in
de buikholte.
Om het operatiegebied goed te kunnen wassen zijn 3 emmers schoon en warm water in schone emmers nodig. Het water wordt ontsmet met een speciaal ontsmettingsmiddel. Vervolgens wordt tussen de achterbenen, de koker, onder de buik en de testikels grondig gewassen met jodiumzeep.
Vervolgens worden alle instrumenten die nodig zijn voor
de ingreep klaargelegd. Op een steriel zeil wordt het hechtmateriaal
klaar gezet en de kneustangen worden steriel weggelegd. De kneustangen
worden gebruikt om de zaadstrengen en bloedvaten af te knellen.
De testikels worden ingespoten met een verdovende vloeistof (lidocaine) zodat het paard niets voelt van de ingreep. Vervolgens wordt de huid van de balzak ingesneden en kunnen we voorzichtig ook de tunica vaginalis insnijden zodat de 'blote' testikel tevoorschijn komt. Als we de zaadstreng goed bloot hebben liggen wordt de kneustang op de zaadstreng én de tunica vaginalis geplaatst, zoals op de afbeelding te zien is.
De kneustang laten we minimaal vijf minuten zitten.
Hierdoor worden de bloedvaten goed afgekneld en zodoende het risico op
nabloeden verkleind. Terwijl de eerste zaadstreng gekneusd wordt gaan we
vast verder met de tweede testikel bloot leggen. Als de kneustang wordt
verwijderd blijft er een duidelijke kneusplaats over waarop we een ligatuur aanleggen met oplosbaar hechtdraad.
Ook hiermee wordt de kans op nabloeden van de stomp minimaal. Bovendien
sluiten we hiermee ook het buikvlies en proberen we complicaties, zoals uitzakking van darmlussen in het lieskanaal, te voorkomen.
Enkele centimeters van de kneusplaats af wordt de testikel vervolgens afgesneden en voorgoed verwijderd. De stomp wordt gecontroleerd op bloedingen en als alles in orde is laten we de stomp los en blijft de lege balzak over. De snede in de balzak hechten we niet zoals rechts op de foto is te zien. Door de operatie ontstaat altijd wat zwelling en eventueel wondvocht en dat kan zo gemakkelijk door de opening in de balzak afvloeien. Na de ingreep is het paard meestal gauw weer wakker. Voor tips over de nazorg kunt u hier klikken.